Vragen:
1. Is het juist dat het college voor dit gebied een nieuwe visie wil gaan ontwikkelen?
2. Zo ja, wat is de noodzaak hiertoe naast de al aanwezige visies en beleidsuitspraken zoals Impuls Sint-Maartensdijk en Scherpenisse (rapport Buck), nota recreatieve ontwikkelingen 2004, nota toekomstige functie (handels)havens, Bestemming Tholen 2025)
3. Zo ja, waarom is hierover niets opgenomen in de begroting 2007?
4. Onze fractie is van mening dat het opnieuw opstellen van een visie niet nodig is. In eerdergenoemde beleidsuitspraken is in voldoende mate aangegeven wat we met dit gebied willen. Is het college het hiermee eens?

Toelichting:
Enkele jaren geleden is in de raad de vraag gesteld naar een samenhangend ontwikkelingsbeleid voor dit gebied. Toen is volstaan met het bundelen van alle op dat moment in gang gezette ontwikkelingstrajecten voor dit gebied.
Mede als gevolg van het vertrek van het gemeentehuis uit Sint-Maartensdijk is in opdracht van het gemeentebestuur door Buck de impuls Sint-Maartensdijk en Scherpenisse opgesteld. In de impuls worden mogelijke ontwikkelingen voor ook de zgn. zuidkant genoemd die een positieve invloed kunnen hebben voor dit gebied.
Tijdens de begrotingsbehandeling 2007 is door onze fractie nadrukkelijk gevraagd om op afzienbare termijn tot uitvoering van de impuls Sint-Maartensdijk en Scherpenisse (rapport Buck) en hebben wij  de ontwikkelingsmogelijkheden voor waterrecreatie in de omgeving van Gorishoek genoemd.
In de begroting 2007 staat niets over een nieuwe visie voor dit gebied.
In het voorstel van het college m.b.t. nieuwbouw Haestinge e.d. d.d. 10 april 2007 staat dat met deze investering en het wozoco te Scherpenisse en de herinrichting van de Markt in Sint-Maartensdijk voor de eerstkomende jaren een aanzienlijke bijdrage is geleverd aan die impuls. Met deze opmerking wil het college de omvang en begrenzing van de impuls ter discussie stellen. Dus …… hierna een pas op de plaats!?
Wat schetst onze verbazing dat we in de PZC een artikel lezen dat opnieuw voor het gebied, waarvan de impuls naar onze mening deel uit maakt, een visie ontwikkeld moet worden. Wellicht moet hier voor een extern adviseur aangetrokken worden. Ook uit het verslag van b&w d.d. 26 juni 2007 valt dit op te maken. Onze fractie is van mening dat het tijd wordt om voor dit gebied “werk in uitvoering” in de praktijk toe te passen.