Onze inbreng in de raad van 3 juli 2008
1. verkoop Vossekuil
2. WMO-beleidsplan
3. beleid uitbreidingen begraafplaatsen
4. bibliobus Anna Jacobapolder
Voorstel risicomanagement en weerstandsvermogen
We hebben binnen fractie met name nog stilgestaan bij de vraag over het inzetten van onbenutte OZB-capaciteit en dan met name de politieke realiteit hiervan. Het gaat om een ruimte van € 1.2. Het gebruik hiervan moeten maken zou een OZB-belastingverhoging tot gevolg hebben van ongeveer 50%. Wij willen thans de opmerking plaatsen op het moment dat we het weerstandsvermogen zouden moeten aanspreken, onze fractie met name bij een mogelijke inzet van de OZB-capaciteit kritisch zal stilstaan.
Met deze kanttekening zullen we akkoord gaan met dit voorstel.
Verkoop dorpshuis Vossekuil
In 1e instantie hebben we aandacht gevraagd voor "rommelige procedure".
Hier een aantal citaten uit onze bijdrage.
"1. In mei vroeg het college het voorstel van de agenda van de commissie samenleving te halen, omdat nader onderzoek nodig was gebleken.
2. Voor de behandeling in de commissie in juni krijgen we een ongewijzigd voorstel van het college en daarna een memo met aanvullende informatie. In commissie geconcludeerd dat dit eigenlijk niet kan omdat er geen volledig/compleet voorstel aan de raad wordt voorgelegd.
3. Op woensdag 25 juni ontvangen we een aangepast raadsvoorstel.
4. Tenslotte ontvangen we op 2 juli een memo met belangrijke aanvullende informatie over dit voorstel. Ook dit is vanzelfsprekend weer niet verwerkt in het huidig voorliggend voorstel.
Over zorgvuldigheid, daadkracht en bestuurskracht gesproken. College, dit kan toch niet. Het is onmogelijk voor een raad op basis van dit soort onvolledige voorstellen een dergelijk belangrijk besluit genomen.
College Jaap Hage heeft in de commissie SL de volgende vraag gesteld aan wethouder van Dis: Als je met alle risico’s en lange termijn beleid in dit voorstel, kijkt naar de presentatie mbt risicomanagement, zou dan dit voorstel met vlag en wimpel geslaagd zijn?
Antwoord wethouder: Natuurlijk meneer Hage, bij zo’n constructie liggen de risico’s geheel bij de eigenaar.
Zie memo 2 juli 2008 waar de risico’s liggen. Eén onderdeel moet uitonderhandeld worden nadat wij vandaag een besluit nemen én we worden even geconfronteerd met integratieheffing BTW van € 57.000,00.
Het is naar onze mening onverantwoord om op basis van dit voorstel en nagekomen informatie vandaag een verantwoord besluit te nemen. Wij stellen voor dit verder niet te behandelen en het college te verzoeken een volledig voorstel aan de raad voor te leggen."
In de beantwoording heeft wethouder van Dis ons verzekerd dat het nu een compleet verhaal is dat we niet meer met verrassingen geconfronteerd zullen worden.Dat was voor ons aanleiding om in te stemmen met dit voorstel.
We hebben ook nog gevraagd of € 150.000,00 nu gewoon wordt terugbetaald aan de vereniging van ’t Hof-Quist en deze vereniging zelfstandig kan besluiten om maximaal € 150.000 bij te dragen om voor muziekvereniging een adequate oplossing voor huisvestingsprobleem te realiseren.
Van de zijde van het college werd hierop een bevestigend antwoord gegeven.
Beleidsplan WMO
Enkele citaten uit onze bijdrage:
"a. Advies WMO-raad; op 2 juli 2008 pas ontvangen.Dat is veel te laat.
b. Algemene indruk.
Als je deze nota leest bekruipt je het gevoel van kunnen we dit allemaal en wat is het probleem of de aanleiding om iets te verbeteren? We stellen als raad deze nota voor de komende 4 jaar vast en hoe kunnen we als raad de komende 4 jaar nagaan of we ons doel wel of niet hebben bereikt.
En laat helder zijn, deze nota blinkt uit in veel goede bedoelingen. Dat wordt ook door onze fractie gewaardeerd.
Wij zijn echter van mening dat er nog een vervolgstap genomen moet worden voordat tot daadwerkelijke uitvoering kan worden gegaan en dat betekent naar onze mening:
-helder aangeven wat het huidige motief/aanleiding is tot investeren in beleid en daaraan gekoppelde activiteiten
-helder aangeven wat op termijn willen bereiken
-helder aangeven wat die inspanningen daadwerkelijk gaan kosten
-helder aangeven of we op basis van die veelheid ook prioriteiten moeten stellen
Op zich kan onze fractie –maar dan meer als tussenstap- instemmen met deze beleidsnota WMO met genoemde vervolgstappen.
Wij verzoeken andere fracties om ons voorstel te ondersteunen. Sluit bovendien ook goed aan bij advies van WMO-raad.
c. Naar de mening van onze fractie moeten we vooral investeren in opgestart nieuw beleid (WVG-voorzieningen, huishoudelijke hulp); dan gaat het vooral over behoud en verbeteren van de kwaliteit van die voorzieningen, het WMO-loket, aandacht voor welzijn/wonen/zorg voor onze ouderen, aandacht voor vrijwilligerswerk en manterzorg, leefbaarheid kleinere dorpen en in algemene zin een hoofdprioriteit bij aandacht voor kwetsbaren in onze samenleving.
d. Tenslotte nog het volgende. In onze gemeente wordt geïnvesteerd in jongeren. De actualisering van de nota jeugdbeleid is op 1 februari 2007 vastgesteld. Nog vrij recent dus. Voortschrijdend inzicht zou een reden kunnen zijn om hier op korte termijn toch naar te kijken.
Door het Verwey-Jonker Instituut wordt nu enkele jaren de nota “Kinderen in Tel” uitgegeven. Het Vermey-Jonekr Instituut is een onafhankelijke, landelijk werkende instelling . Het onderzoek wordt gefinancierd door onafhankelijke belangorganisaties (stichting kinderpostzegels Nederland, Jantje Beton, Unicef Nederland, Johanna Kinderfonds, Nationaal Fonds Kinderhulp, Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte kind.
Kinderen in Tel bundelt gegevens op gemeentelijk en provinciaal niveau over het welzijn van kinderen en jongeren in Nederland.
Met de uitkomsten op twaalf indicatoren kunnen we de leefsituatie van kinderen in de ene gemeente of provincie vergelijken met een andere. Hierdoor werd al bij de eerste editie duidelijk dat er grote verschillen zijn in de leefomstandigheden waarin kinderen opgroeien.
Wat Kinderen in Tel uniek maakt, is dat het aanzet tot een discussie tussen betrokken belangenbehartigers en beleidsmakers. Het uiteindelijke doel van Kinderen in Tel is de positie van kinderen te verbeteren, in het bijzonder de armste en meest gemarginaliseerde groepen. Kinderen in Tel laat zien dat er in Nederland nog veel te verbeteren valt aan de situatie van kinderen. Verbetering waar iedereen lokale, provinciale en landelijke beleidsmakers - een bijdrage aan kunnen en moeten leveren.
Gelet op de waardering die dit onderzoek geeft over de kwaliteit van de Thoolse leefsituatie van kinderen, zou onze fractie graag de uitkomsten van deze onderzoek naast ons huidig beleid te plaatsen en na te gaan op welke onderdelen ons huidig beleid aangepast zou moeten worden. Dit alles met de bedoeling om de leefsituatie voor kinderen in onze gemeente in algemene zin te verbeteren. We willen ons thans nog niet vastleggen op eventuele financiële gevolgen hiervan. Naar onze mening moet dat aspect deel uit maken van een later te voeren discussie.
Via een motie die we met de PvdA hebben voorbereid willen we de raad om een uitspraak vragen."
In de beantwoording gaf het college aan dat de in deze nota genoemde doelen in actieplannen verder uitgewerkt zullen worden.
Door het college werd de motie overgenomen.
Met de beleidsnotitie WMO heeft onze fractie ingestemd.
Beleidsuitgangspunten uitbreidingen begraafplaatsen
Enkele citaten uit onze bijdrage:
"Ik wil beginnen onze waardering uit te spreken over de wijze waarop dit onderwerp besproken is met diverse partijen en burgers.
Van de raad wordt nu verwacht om tot de vaststelling van een aantal beleidsuitgangspunten te komen die meegenomen kunnen worden in de beheersverordening die op een later moment door de raad vastgesteld moet worden.
In algemene zin kunnen wij instemmen met in de nota genoemde uitgangspunten.
Nog een tweetal opmerkingen:
1. Grafrusttermijn.
Voor algemene graven wordt een maximale grafrusttermijn van 10/15 jaar voorgesteld. Wij vinden dat een bijzonder korte termijn. Men kan stellen dat deze termijn niet afwijkt van de grafrusttermijn in de huidige verordening, maar nu blijven algemene graven liggen. Een gevolg van dit beleid dat de kosten tlv de gemeente komen. Dat zou de overweging kunnen zijn om echt terug te gaan naar 15 jaar grafrust voor algemene graven.
Uit de enquete op vraag 11 blijkt dat ruim 90% voor een grafrusttermijn van 30 jaar of langer is.
We vragen de andere fracties of zij kunnen instemmen bij een nader onderzoek mbt de grafrusttermijn van algemene graven.
2. Vrijwilligerswerk/religieus-cultureel bepaald grafveld
In de discussie over een religieus bepaald grafveld speel de inbreng van vrijwilligers een belangrijke rol met als doel het drukken van de kosten.
Hoewel we een mening hebben over de noodzaak van een religieus grafveld doet dat wellicht niet ter zake. De huidige wet op de lijkbezorging biedt immers die mogelijkheid in artikel 39.
Overigens blijkt uit de enquete dat slechts 1.27% van de deelnemers aan de enquete voorstander te zijn van een religieus/cultureel apart gedeelte van een kerkhof dat beheerd wordt door een kerk of stichting.
Overigens blijkt er ook een duidelijk verschil in de noodzaak hiervoor te zijn tussen kerken. Maar goed, dat is een constatering.
Indien we het als gemeente verplicht zijn om een deel van de gemeentelijke algemene begraafplaats ter beschikking te stellen aan een kerkgenootschap, blijft de gemeente belast (en verantwoordelijk voor) met het beheer, het onderhoud en de administratie.
Indien het een optie is om het onderhoud van een dergelijke afzonderlijk gedeelte gedeeltelijk of helemaal door vrijwilligers te laten doen, willen we hierbij de volgende vragen stellen en verzoeken het college die mee te nemen:
a. wie is verantwoordelijk voor de vrijwilligers die het werk uitvoeren (denk aan ARBO-wetgeving); deze vraag is essentieel omdat naar onze mening de gemeente ten allen tijde verantwoordelijk blijft voor het beheer en onderhoud
b. als het verantwoord en mogelijk is om vrijwilligers in te zetten dan moet de daarmee gepaard gaande werkzaamheden volledig door betreffende kerk uitgevoerd worden (de vraag is of dit een gerechtvaardigde eis is omdat we als gemeente verantwoordelijk blijven voor beheer en onderhoud)
c. is het onder huidige wetgeving mogelijk dat er tussen verschillende afdelingen op een openbare begraafplaats verschillende tarieven in grafrechten toegepast worden?"
Het college gaf in de beantwoording aan dat algemene graven voor 10 of 15 jaar worden uitgegeven. Indien mensen dit te kort vinden moet meen een eigen graf kopen. Goede voorlichting over het nieuwe beleid is noodzakelijk en een voorwaarde
De opmerkingen over de afzonderlijke grafvelden en de inzet van vrijwilligerswerk levert voor onze fractie nog vele vragen op. Het college heeft toegezegd in de verdere uitwerking hier op in te gaan.
Onze fractie heeft ingestemd met deze uitgangspunten en wacht met belangstelling de definitieve uitwerking af.
Motie CDA inzetten bibliobus in Anna Jacobapolder
Op zich een bijzonder sympathiek voorstel. Maar we hebben aan het CDA toch enkele vragen gesteld:
a. jaren geleden heeft de gehele raad ingestemd met bilbiotheekbeleid met als gevolg geen bibliobus in Anna Jacobapolder
b. 3 weken geleden hebben we de kadernota 2009 vastgesteld; dat was het moment geweest om nieuwe zaken in te brengen
c. zijn er in onze gemeente nog meer dorpen zonder bibliobus en die dus in deze discussie betrokken moeten worden
d. over het inzetten van het kleine kernen budget (projectgeld van € 30000 per kleine kern) hebben we 2 weken geleden in de raad afgesproken het gevoerde beleid te evalueren en op basis daarvan het inzetten van deze budgetten te bespreken.
Naar de mening van de CU is dat het moment om dan het voorstel uit de motie te bespreken er daarover een afgewogen besluit te nemen.
De fractie van het CDA heeft alles afwegend de motie ingetrokken onder de mededeling hierop tijdens genoemd evaluatie terug te komen. Het mag in ieder geval duidelijk zijn dat de ChristenUnie het liefst in elke kern een bibliotheekvoorziening zou willen realiseren. De vraag of dit betaalbaar is moet nog beantwoord gaan worden.
Reacties op 'Onze inbreng in de raad van 3 juli 2008'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.