In de raad van 1 februari 2007 komen 4 voorstellen aan de orde die meer geld gaan kosten, dan is voorzien in de begroting 2007 en de meerjarenbegroting 2008-2010.
Het zijn de volgende voorstellen:
1. nieuwbouw Haestinge € 4.8 miljoen (geraamd € 2.5 miljoen)
2. wozoco Scherpenisse inclusief multifunctioneel gymnastieklokaal € 1.4 miljoen (niets geraamd)
3. sanering verlichtingsplan; de meeste varianten kosten meer geld dan is geraamd (vanaf € ongeveer € 12.000 pj. of meer)
4. budget van € 29.000 per jaar voor inlenen personeel voor werkzaamheden in de openbare ruimte
Tijdens de commissie Bestuurszaken op 24 januari 2006 is door wethouder Heijboer op een vraag van de ChristenUnie geantwoord dat op dit moment geen extra inkomsten bekend zijn dan waarmee in de begroting 2007 rekening is gehouden.
De fractie van de ChristenUnie is van mening dat het gevaar groot is met bovengenoemde nieuwe onderwerpen of bestaande onderwerpen waarvoor meer geld nodig is, een voorschot genomen wordt op een financiële ruimte in de kadernota 2008 die er (althans naar informatie van dit moment) niet is!
De ChristenUnie is van mening dat eerst gekeken moet worden naar de financiële ruimte die er is/komt en dat daarna over alle nieuwe ontwikkelingen/wensen gesproken én een verantwoorde afweging daartussen gemaakt wordt.
Een voorbeeld van nieuwe ontwikkelingen is het minimabeleid. Op korte termijn gaat de raad hierover een discussie voeren. Het wel of niet invoeren van nieuw beleid op dit terrein moet naar onze mening een eerlijke kans krijgen.Het gevaar is groot dat die ruimte er niet meer is als we nu al besluiten nemen om geld te gaan uitgaven voor nieuwe zaken.
Laat helder zijn dat ook de ChristenUnie zoveel mogelijk nieuwe gewenste ontwikkelingen zou willen realiseren. Maar daarvoor moeten we wel geld hebben.
Eigenlijk is onze conclusie heel simpel: het is als gemeente onverantwoord om "op de pof" te kopen. De volgorde die we thans volgen is een verkeerde; de ChristenUnie is van mening dat eerst nagegaan moet worden wat de financiële mogelijkheden zijn en pas daarna te besluiten waaraan we dat uitgeven.